Wie de bal kaatst, moet hem terugverwachten

De laatmiddeleeuwse medemens wist de betekenis van dit spreekwoord onmiddellijk te duiden. Het kaatsspel was dermate populair dat het door de Kerk verboden werd omdat het zowel monniken als het gewone werkvolk afhield van hun werkzaamheden. De Franse adel liet dit verbod aan zich voorbijgaan en tegen het jaar 1600 telde Parijs 300 (!) overdekte kaatsbanen. Via de Bourgondische hertogen vond het spel vervolgens ingang in de Lage Landen waar de terminologie verbasterd werd en uiteindelijk in Engeland terecht kwam. De regels werden aangepast en het spel groeide uit tot het hedendaagse tennis.

De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, nummer 2 in de opvolging indien Joe Biden wat zou overkomen, heeft echter deze eeuwenoude wijsheid naast zich neergelegd toen ze voet zette op Taiwanees grondgebied en dansend voor de grot van de draak de internationale spanningen onnodig deed oplopen. 

Het is een open vraag wie hier beter van wordt[i]. Om internationaal gezichtsverlies te vermijden is China nu verplicht om intimiderende tegenmaatregelen te nemen die in Beijing de overtuiging doen groeien dat het eiland wel degelijk militair kan worden ingenomen, indien nodig en gewenst[ii].

In het Kremlin wrijft men zich wederom in de handen omwille van zoveel onhandigheid waardoor de Chinese regering zich nog nadrukkelijker aan de kant van de Russische Federatie zal scharen. De Taiwanese bevolking ziet de broze evenwichten met het Chinese vasteland alleen maar in gedrang gebracht. 

Van enige noemenswaardige ontlading op het geopolitieke front is alleszins weinig sprake. Eén uitzondering: de voorziene voedseltransporten blijven weliswaar beperkt tot een paar scheepsladingen, maar dat is in de huidige context meer dan voldoende om als een symbolisch teken van goede wil te worden opgevoerd op het politieke schouwtoneel en de Afrikaanse, Chinese en Indische medestanders van de Russische Federatie voorlopig te paaien. Intussen is ook een belangrijke praktische hinderpaal weggenomen. Door het instellen van een bufferzone van zo’n kleine 20 km[iii] breed in de Zwarte Zee kan de veiligheid van de schepen en hun lading gemakkelijker verzekerd worden. Vandaar dat nu ook grotere schepen kunnen worden ingezet.

In anticipatie van het vlot trekken van de aanvoerlijnen van tarwe uit Oekraïne zijn de voedselprijzen substantieel gedaald. Dit vermindert alleszins de druk op de inflatie-indicatoren, zeker in combinatie met de gedaalde olieprijzen. De sterk oplopende gasprijs en de verminderde toevoer van Russisch gas tempert echter ons enthousiasme.   

Grafiek 1: Evolutie van enkele grondstoffen- en energieprijzen sinds de militaire invasie 

 

Evolutie van enkele grondstoffen- en energieprijzen sinds de militaire invasie

De combinatie van lagere inflatieverwachtingen voor het najaar van 2022, de verminderde druk op de langetermijnrente, de moderatie van de olieprijzen en de afnemende vrees voor schaarste op de voedselmarkten geeft de beurzen momenteel wat ademruimte. 

De Amerikaanse bedrijfsresultaten over het tweede kwartaal zijn daarenboven 5,8 % hoger dan verwacht[iv]. In de technologiesector overtreft zelfs 80 % van de bedrijven de initiële verwachting, maar dat vormt op zich geen garantie voor een opsprong van hun aandelenkoers. Een aantal bedrijven blikt immers vooruit op mogelijk tegenvallende resultaten in het komende kwartaal. Dit veroorzaakt scherpe neerwaartse koersreacties en leidt tot grote onderlinge verschillen in de recente beursprestaties van individuele technologiebedrijven.

Tijdens de afgelopen maand steeg de return-index van zowel de S&P 500 als van de NASDAQ aanzienlijk. Uitgedrukt in euro is het jaarverlies bijna gecompenseerd voor de 500 belangrijkste Amerikaanse bedrijven. Ook de wereldwijde returnindex van aandelen duikt nog ‘slechts’ 4 % in het rood. 

In eurotermen staat De Nasdaq echter 9 % in het krijt. In zijn thuismunt moet deze technologie-index zelfs 18 % goedmaken. Op zich hoeft dit laatste ons niet te verbazen want de gemiddelde groei van de bedrijfswinsten van groeigevoelige technologiewaarden blijft negatief voor het tweede kwartaal. De resultaten zijn echter beduidend minder slecht dan initieel verwacht. 

Grafiek 2: : Evolutie van enkele beursindices (return index in €) 

Evolutie van enkele beursindices (return index in €)

Gelet op de ernst van de geopolitieke crisis en de heftige opsprong van de inflatie-indicatoren valt dit dus nog behoorlijk mee, wat betreft Amerikaanse aandelen. De sterke dollarkoers verzacht daarenboven ook de terugval van de obligatiekoersen. Sedert het jaarbegin steeg de Amerikaanse munt immers met 11 % ten opzichte van de euro. Deze stijging werd bijna volledig gerealiseerd na de militaire invasie. 

Toch is het niet de geopolitieke context die de dollarkoers rechtstreeks beïnvloedt maar wel de groeiende verschillen in rentevooruitzichten tussen de VS en de eurozone, zowel in nominale als in reële termen gebracht. De economie aan de overzijde van de Grote Plas presteert immers veel sterker dan hier en de inflatie in het Avondland kan minder snel onder controle worden gebracht dan op het Nieuwe Continent. Onze modelwaarde, die zich baseert op dergelijke fundamentele verschillen, wijst dan ook pertinent in dezelfde richting.

Grafiek 3: Wisselkoers US$ per €

 

Wisselkoers US$ per €

De Europese financiële markten zitten echter in de hoek waar de hardste klappen vallen. Zowel aandelen als obligaties hebben nog een flink weg af te leggen om zich uit de negatieve zone te tillen. Beide situeren zich nog zo’n slordige 10 % onder hun niveau van het begin van dit ongeluksjaar.

De herstelbeweging op de Amerikaanse beurzen die zich inzette na het dieptepunt op 16 juni 2022, vertoont enige gelijkenis met de recuperatiebeweging die zich vanaf augustus 1982 doorzette. Destijds was de S&P 500 met 21 % onderuit geschoven, zoals nu onder aanhoudende inflatoire druk, geopolitieke instabiliteit, opwaartse schokken van de olieprijs en een resem verstikkende renteverhogingen door de Amerikaanse centrale bank. Deze remonte leidde tot een volledig koersherstel en verbeterde de vorige topnotering (gemeten in augustus 1981) zelfs met 8 % tegen eind 1982. Ter vergelijking: vandaag staat deze prijsindex 31 keer hoger dan in 1981, in termen van de returnindex moet je deze waarde zelfs met 121 (!) vermenigvuldigen. 

Het koersherstel zette zich in 1982 echter pas in nadat de groeivoet van de inflatie-index halveerde. In de huidige remonte, ingezet na het dieptepunt van medio juni 2022, is de CPI-indicator echter nog verder gestegen. Er wordt dus zeer nadrukkelijk geanticipeerd op een scherpe afname van het inflatieritme, dat zich in de komende maanden zou moeten realiseren. Dit is zeker niet uitgesloten wat betreft de totale inflatie-index: Het volstaat hiervoor zelfs dat de olie- en voedselprijzen stagneren op de huidige niveaus. 

De kerninflatie, die wordt uitgezuiverd voor schommelingen van de voedsel- en energieprijzen, vertoont intussen een verbeterende trend, maar deze daling verloopt niet snel genoeg om ons op dit vlak volledig gerust te stellen. De PCE-kerninflatie[v] beweegt zelfs (lichtjes) opwaarts. Dat is vooral toe te schrijven aan de stevig toegenomen huurprijzen in de VS.

Toch is een sneller beursherstel dan in 1982 niet onverantwoord. Het grote verschil met de huidige crisis is immers de ruime beschikbaarheid van werkgelegenheid en de bestedingskracht van de Amerikaanse consument, die in het begin van de jaren ’80 beide volstrekt afwezig waren. 

Maar ondanks de resem recente data over het wel en wee van de Amerikaanse economie, blijft het onmogelijk om het toekomstige traject te ontwarren uit het kluwen van mekaar tegensprekende statistieken. De publicaties over de conjunctuurindicatoren wisselen mekaar in hoog tempo af, maar zelfs na een grondige analyse van het cijfermateriaal wordt men per saldo weinig wijzer.  

De vooruitlopende indicator voor industriële sectoren voorspelt een matige maar gestage groei in de komende maanden, terwijl de dienstensector zelfs nog lijkt te accelereren. De nieuwe orders voor de Amerikaanse industrie vertragen echter, wat op zijn beurt kan duiden op afnemende activiteit in het najaar van 2022 …

De rentecurve wijst in steeds dreigendere toonaarden in de richting van een stevige economische krimp. Het verschil tussen de rente op 10 jaar en op 1 jaar laat intussen niets meer aan de verbeelding over. Een dergelijk groot verschil was in de laatste 70 jaar telkens de voorbode van een substantiële groeikrimp. Op een keertje na, ergens medio de jaren ’60[vi].

Grafiek 4: Verschil tussen de rente op 10 jaar en 1 jaar in de VS. De periodes met een NBER-recessie worden aangeduid in de grijsgekleurde zone.

 

Verschil tussen de rente op 10 jaar en 1 jaar in de VS. De periodes met een NBER-recessie worden aangeduid in de grijsgekleurde zone.

Maar wat te denken van de recent gepubliceerde werkgelegenheidscijfers? Met de creatie van meer dan 500.000 (!) nieuwe jobs in juli - het dubbele van de meest optimistische verwachting - veegt de Amerikaanse economie de vloer aan met alle twijfels over haar toekomstige prestatie.

Dit zal de Fed ongetwijfeld aanzetten tot (nog) scherpere renteverhogingen. De kans op een driedubbele renteverhoging (met 75 basispunten) in september is na de publicatie van de verschroeiende werkgelegenheidscijfers zelfs gestegen tot 70 %. [vii]

Deze reuzensprong zou dan gevolgd worden door verdere verhogingen in november en december, wat het peil van de beleidsrente op 3,5 % zou brengen. Een beetje te veel naar ons aanvoelen want dit niveau dreigt de Amerikaanse economie te verstikken. Vandaar ook de terughoudende reactie van de aandelenbeurzen na de publicatie van de wonderbaarlijke werkgelegenheidscreatie in juli. Misschien zal de Fed zich blindstaren op dit cijfer? Nochtans zijn dit ook duidelijke tekens van een nakende verzwakking van de arbeidsmarkt. Het aantal nieuw opengestelde vacatures neemt immers snel af en deze indicator loop een zestal maanden voorop op de creatie van nieuwe jobs.  

De Amerikaanse centrale bank zal echter snel argumenten gevonden hebben om 21 september haar beleidsrente met driekwart procent te verhogen, want ook de lonen zijn substantieel verder gestegen, breed verspreid over alle onderdelen van de economie. Toch zijn wij (voorlopig) niet gealarmeerd door deze salarisgroei. Een gestage toename van de lonen tegen het huidige tempo is in de huidige context een gepast antwoord op de inflatoire spanningen, zonder die echter van nieuwe zuurstof te voorzien.  

Dit leidt ons tot een voorzichtige positionering in aandelen, vooral toegespitst op de VS en bedrijven die een realistische kans maken op verdere groei. Ondanks alle omstandigheden houden we het hoofd koel. 

 

[i] Misschien ligt het enige voordeel op het Amerikaanse thuisfront? Het kieskorps van Aziatische origine is tijdens het laatste decennium met meer dan 30 % in aantal gestegen. De gemiddelde Chinees-Amerikaanse kiezer ligt momenteel in het Democratische kamp maar tegen de komende verkiezingen voor de Kamer en Senaat kan dit verschuiven. Met een ferme klop op de tafel hoopt Pelosi deze kiezers definitief naar haar zijde over te halen. 

[ii] Taiwan kan gemakkelijk omsingeld en vervolgens geïsoleerd worden (zeg maar: uitgehongerd). De militaire manoeuvres bewezen dit ten volle. Het probleem is ook niet langer de amfibie-operaties die nodig zijn om de kusten te bestormen. De Chinese oorlogsvloot is hiervoor intussen voldoende uitgerust. Het voornaamste probleem blijft de inname van de bergachtige zone die zich over het voormalige Formosa uitstrekt. Dit vergt dermate veel manschappen (en verliezen), verregaande coördinatie en gigantische hoeveelheden brandstof dat een invasie geen garantie op succes heeft. Trouwens, wie heeft er baat bij een dergelijke verwoestende verovering? 

[iii] 10 zeemijlen, om exact te zijn. 

[iv] We beperken ons hierbij tot de 500 belangrijkste bedrijven die zijn opgenomen in de S&P Composite-index. 90 % van deze ondernemingen hebben hun resultaten over het tweede kwartaal intussen bekendgemaakt.

[v] De PCE-index is het maatgetal voor inflatie waarop de Fed zich baseert voor de bepaling van haar rentebeleid. De afkorting PCE staat voor Personal Consumption Expenditure.

[vi] Ook in 2019 gaf de rentecurve aan dat er een recessie op komst was. Puur toeval, natuurlijk want geen enkel zinnig mens durft te stellen dat hij of zij de recessie van de COVID-19 pandemie wist te voorspellen.

[vii] Voor een goed begrip: de kans op een dubbele hike (met een half procent) na de FOMC-vergadering van 21.09 bedraagt 100 %. Geen enkele twijfel, dus.