Een (Europese) vogel voor de (Russische) kat

Over de telgen van het roemruchte geslacht van de felis silvestris catus[i] zal u ons niet snel iets kwaads horen vertellen. In tegenstelling tot hun viervoetige aartsvijanden - die u zonder verpinken voor één hondenbrok méér zullen verraden - hebben deze edele huisdieren er oprecht en vrijwillig voor gekozen om het lot van de mensheid te verzachten met hun aangename gezelschap.

 Intussen houden ze ook uw woonst knaagdiervrij en ruimen ook de zwakke exemplaren van het vogelbestand in uw tuin op. Kwestie van ook deze soort gezond te houden.

De vroegere beleidsmensen die over het laatste decennium de Europese burger tot een verzwakt exemplaar van de mensensoort hebben gedegradeerd, kunnen echter op beduidend minder begrip rekenen. Door hun lot wat betreft energievoorziening in een quasi monopolistisch aanbodstructuur te koppelen aan de ambities en frustraties van het Kremlin, zijn de Europese consument en industrie een weerloze vogel voor de Russische kat geworden. Zonder een doortastende wijziging in het energiebeleid, wacht het oude continent een somber darwiniaans lot. 

De leiders achter de roodbakstenen muur in Moskou, schuin tegenover de weergaloze Sint-Basiliuskathedraal, laten de geboden opportuniteit vanzelfsprekend niet onbenut en nemen Europa in een wurggreep, in de vaste overtuiging dat hierdoor de steun van de Europese steun aan Oekraïne in belangrijke mate aan populariteit zal verliezen. Koning Winter, ook al een cruciale bondgenoot van de Russen tijdens de traumatische Duitse bezettingsjaren, dreigt ook nu een cruciale rol te gaan spelen in de komende maanden.

Gaan de financiële markten en bij uitbreiding de Westerse beschaving hieraan ten onder? Natuurlijk niet! Maar het zal het nodige geduld en veel standvastigheid vergen om deze ongunstige fase te overkomen. Even volhouden, maar ook dat komt nog goed. 

Het onderliggende probleem is echter niet van economische maar van geopolitieke aard en het ziet er voorlopig nog niet naar uit dat er snel een oplossing kan worden gevonden. De subjectieve berichtgeving over het conflict en de karikaturale voorstelling vertroebelt langs beide zijden het beeld en draagt niet bij tot het zoeken van een uitweg. 

Op enkele uitzonderingen na, laat ook de Westerse pers zich niet van zijn beste kant zien. Begrijpelijk, want door hun onaanvaardbare militaire optreden, hebben we als lezers en kijkers weinig interesse voor de argumenten van Rusland waardoor een potentiële oplossing van het conflict zich steeds verder weg in de tijd situeert. Geen excuses voor het brutale geweld maar ook niet voor de uitlokking ervan. Oekraïne binnen de NAVO brengen, is te symbolisch geladen (want Kiev wordt door nationalistische Russen beschouwd als de bakermat van de Oost-Slavische cultuur).

Vanuit militair standpunt creëert het lidmaatschap een boulevard voor de Westerse tanks, die zo langs de laaggelegen Donbas het Centraal-Russisch Massief en het Wolga-gebergte kunnen omzeilen. Economisch zou dit Rusland verregaand bedreigen want de enige grote warme-zeehaven die Rusland rijk is (met name Sebastopol op het bezette Krim-schiereiland), is omsingeld en vanuit Rusland enkel bereikbaar via een smalle doorgang en een (makkelijk uit te schakelen) dubbele brug. Kanselier Merkel wees er destijds herhaaldelijk op dat een toetreding van Oekraïne tot de NAVO de Russische Federatie onverdedigbaar zou maken in een conventioneel conflict en daardoor strategisch onaanvaardbaar zou zijn.

Maar er is ook een positieve zijde aan het hele verhaal. Eens de oplossing onvermijdelijk toch in het vizier komt, zien de financiële markten meteen ook het grootste deel van hun problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Fundamenteel is er immers niks mis met de economie. Integendeel, ondanks de ergste pandemie in 100 jaar, het gevaarlijkste geopolitieke conflict in 60 jaar, de ergste opstoot van de inflatie in ruim 40 jaar, de ergste energiecrisis in ruim een halve eeuw en de ergste droogte sedert mensenheugenis, navigeren de aandelenbeurzen behoedzaam door deze storm en houden ze, ondanks de ondankbare omstandigheden, voorlopig redelijk goed stand, zij het met grote onderlinge verschillen in beursprestaties tussen de verschillende landen en sectoren. 

Grafiek 1: Evolutie van enkele wereldbeurzen sinds de militaire invasie. (Returnindex in euro)

 

Grafiek 1: evolutie van enkele wereldbeurzen sinds de militaire invasie. (returnindex in euro)

De voornaamste verliezen blijven zich opstapelen bij obligatieposities, waar vooral Europese obligaties in de hoek staan waar de raakste klappen vallen. De ECB heeft het immers veel moeilijker om haar kortetermijnrente op te trekken, gelet op de kwetsbaarheid van haar economie voor verdere schokken op de gas- en oliemarkten. De strijd tegen de oprukkende inflatie moet daardoor meer aan de financiële markten zelf worden overgelaten die enkel kunnen reageren met een hogere rente op de langetermijnobligaties. Dit trekt een ongezien diep spoor van vernieling na op de Europese obligatiemarkten en het verschil in verwachte effectiviteit bij de bestrijding van inflatie drijft de US$ naar het hoogste peil in 20 jaar. Onze modelwaarde, berekend op basis van reële renteverschillen, wijst in dezelfde richting.

Grafiek 2: : US$ per euro-wisselkoers en modelwaarde 

US$ per euro-wisselkoers en modelwaarde

De aandelenmarkten in de VS worden vanzelfsprekend (vanuit Europees perspectief) positief beïnvloed door de krachtige opwaartse beweging van de US $ ten opzichte van de euro. 

De meeste aandelenmarkten kunnen telkens vrij snel herstellen van herhaaldelijke overhoekse kaakslagen en uppercuts. Ook de Westerse economieën blijven zich ondanks alles kranig verdedigen dankzij overheidssteun en consumptieve bestedingen. De VS weet zich voorlopig gesteund door een onwaarschijnlijk sterke arbeidsmarkt, de Chinese economie wordt in toenemende mate gestimuleerd en de Russische economie bloeit op onder de toestroom van massa’s Westers geld. Zelfs de Europese economieën kreunen maar barsten (voorlopig) niet. 

Nu nog een recessie vermijden, is echter onbegonnen werk. Maar bij ons is er geen ruimte voor defaitisme. Een economische terugslag van relatief korte duur is immers niet van fatale orde. Noch voor de werkgelegenheid, consumptie of beurzen. Integendeel, dit creëert zelfs nieuwe opportuniteiten. 

De meest nadelige invloed op de huidige economische context gaat uit van de hemeltergend opgelopen energieprijzen die de inflatie-indicatoren ongenadig opjagen en de monetaire overheden verplicht tot renteverhogingen die op hun beurt een recessie uitlokken. Maar mits het bereiken van een politieke oplossing kan de inflatie vervolgens snel afnemen en zal de langetermijnrente op een verantwoord niveau stabiliseren. De combinatie van deze positieve elementen zal de beurzen gezwind naar nieuwe recordhoogtes brengen. Het geopolitieke vergelijk laat echter verdacht lang op zich wachten en lijkt, zes maanden na het uitbreken van het militaire conflict, nog even ver als op de eerste dag.

De stijgende energieprijzen anticiperen momenteel op een verdere escalatie van het conflict, dat zich nu minder op het militaire en steeds meer op het economische richt. Dat laatste is immers veel efficiënter. Door de vrees op een verdere strategische reductie van het aanbod klimt de gasprijs naar een stratosferische hoogte, hierbij flink geholpen door paniek, maar ook door de versnelde opbouw van de Westerse gasreserves. 

De huidige prijzen zijn echter onhoudbaar voor de Europese consument en (vooral) industrie. Daarvan hoeft niemand overtuigd te worden, noch hier, noch op het Rode Plein. Ondanks de dalende grondstoffenprijzen blijven de productiekosten immers verder oplopen zodat de winstmarges voor de bedrijven imploderen en de consument uiteindelijk met een (veel) duurder eindproduct geconfronteerd wordt, terwijl er toenemende schaarste dreigt. Dit laatste omdat steeds meer bedrijven zullen afhaken wanneer hun bedrijfsactiviteit verlieslatend wordt door de oplopende energiefactuur. In Poetins verwachtingen zullen toenemende werkloosheid, afnemende consumptieve bestedingen en oplopende overheidsuitgaven Europa gaar stomen voor een politiek compromis over Oekraïne.

Ook de onverwacht scherpe terugval van de meeste voedselprijzen wordt overtroffen door de nefaste ontwikkeling van de energiekost, zodat ook hier de eindconsument weinig zal merken van de recente dalingen van onder meer de tarwe, maïs en sojaprijzen. Maar laat ons ook wat dat betreft niet te snel victorie kraaien want de recente trend van de voedselprijzen is opnieuw opwaarts gericht. Het droogvallen van de Rijn draagt vanzelfsprekend bij aan deze nefaste ontwikkeling. 

Ondanks de recente tegenslagen slaagden de inflatiecijfers er tijdens de afgelopen maand geleidelijk in om lagere niveaus op te zoeken. Hierbij vooral gesteund door de terugval van de olieprijzen en de meeste grondstoffen. Omwille van de explosie van de gasprijs zal dit proces echter rechtstreeks vertragen. Onrechtstreeks omwille van stijgende productie- en transportkosten en toenemende schaarste. Dit laatste omdat bedrijven dreigen af te haken wanneer door de oplopende energiefactuur hun bedrijfsactiviteit verlieslatend wordt.

De grootste onbekende blijft echter de reactie van Amerikaanse centrale bank. De toespraak die voorzitter Powell tijdens de jaarlijkse hoogmis van centrale bankiers in Jackson Hole zal afleveren, brengt misschien wat meer duidelijkheid. Naar onze mening heeft de Fed de beleidsrente al in voldoende mate opgetrokken, zeker in samenhang met de dollarstijging en de verzwakkende Amerikaanse conjuctuurindicatoren.

Verdere stijgingen van de officiële kortetermijntarieven doen weinig of geen afbreuk aan de inflatie. Het oplopen van de prijsindicatoren wordt immers niet veroorzaakt door economische groei maar door de energie- en voedselprijzen. Hierop hebben hogere beleidstarieven slechts een zeer beperkte invloed, maar wordt enkel de kans op een economische recessie verhoogd. 

Of de Amerikaanse centrale bank daar oog voor heeft, blijft voorlopig een openstaande vraag. De kans op een driedubbele hike (met 0,75 %) op 21 september is intussen weer (stevig) opgelopen boven 50 %, nog gevolgd door verhogingen met 25 basispunten in november en december. Zelfs na deze ingrepen dreigt het rentewapen opnieuw te worden ingezet in maart 2023 met een verdere verhoging van een kwart procent. Dat zou ons dan ergens tussen 3,5 % en 3,75 % brengen. Onnodig restrictief.

Voor een goed begrip: we denken dat de financiële markten overdrijven met dit huidige verwachtingspatroon, maar de vrees blijft dat de monetaire overheid zich bij het uitstippelen van haar beleid blind staart op de huidige, zeer robuuste arbeidsmarkt en geen rekening houdt met de signalen over de toekomstige verzwakking van de Amerikaanse economie. Onze voorlopende indicaties voor de industriële activiteit in de VS voorspellen alleszins weinig goeds. De sterke dienstensector houdt echter voorlopig alles recht. 

De Russische president is zich ongetwijfeld zeer bewust van deze machtspositie en beseft als geen ander dat hij hierdoor niet eens verdere militaire initiatieven hoeft te nemen om zijn doelstelling te bereiken: een vrije doorgang naar de haven van de Krim, een veilige bufferzone tussen de Russische Federatie en de NAVO-lidstaten, afgedwongen respect op de geopolitieke kaart en het besef bij medestanders dat de Amerikaanse hegemonie tot het verleden behoort en er gezocht moet worden naar een nieuw evenwicht.

China is intussen dankbaar voor deze voorzet en zal niet nalaten om zijn positie in Azië op te eisen. India dwingt intussen met zijn zelfverzekerde houding het nodige respect af als het land met het grootste aantal consumenten en werkkrachten en een stevige technologische ruggengraat. Afrika hoopt dankzij zijn positie in cruciale delfstoffen op een betere onderhandelingspositie op de wereldmarkten. De Pax Americana is voorbij.   

[i] Wij volgen hiermee de opgelegde naamvolgorde van de International Commission for Zoological Nomenclature die voorschrijft dat eerst de naam van de initiële wilde soort moet worden vermeld en daarna van de gedomesticeerde afstammelingen.